Niet 3 miljoen werkenden met nauwelijks een vangnet, zoals PvdA claimt, maar 1 miljoen
21 januari 2021 |
Egbert Ulijn
Masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021)
Foto Pexels (CC0)

Het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid waarschuwt voor onzekere arbeidscontracten. Bijna drie miljoen mensen werken volgens de partij geen vast aantal uren in de week, of zouden nauwelijks een vangnet hebben. Het klopt dat werkenden zonder vaste uren – ook wel flexwerkers genoemd – meer risico lopen om hun baan te verliezen tijdens een crisis. Toch blijkt dat niet drie miljoen werkenden nauwelijks een vangnet hebben, maar één miljoen.

Bewering
Bijna drie miljoen mensen hebben nauwelijks een vangnet of werken geen vast aantal uren.

Oordeel
Onwaar

Bron van de bewering
De bewering komt uit het verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021. In het eerste hoofdstuk ‘Ons plan voor goed werk en een eerlijke economie’ worden voorstellen gedaan om flexwerkers en zelfstandigen meer bescherming te bieden. In de introductie schetst de partij het beeld dat veel Nederlanders werken onder onzekere omstandigheden, die zijn verergerd door de coronacrisis. Volgens de partij komt de “rauwe werkelijkheid van onzeker werk als een klap bij mensen binnen.” 

De PvdA onderstreept dit beeld met de stelling dat bijna drie miljoen mensen nauwelijks een vangnet hebben of geen vast aantal uren werken, en daardoor kwetsbaar zijn voor een crisis. Het programma noemt geen bron voor deze cijfers. Na vragen van Nieuwscheckers reageert een woordvoerder van de PvdA dat de ‘bijna drie miljoen mensen’ gaat over het totaal aantal flexwerkers in Nederland volgens het CBS. Met het ontbreken van een vangnet bedoelt de partij dat flexwerkers over het algemeen minder WW-rechten opbouwen dan vaste werknemers, en vaker zijn aangewezen op de bijstand. 

Waarom klopt dit niet?
De drie miljoen mensen die de PvdA noemt in het concept-verkiezingsprogramma, gaat dus over het totaal aantal flexwerkers in Nederland. Die groep valt uiteen in twee soorten arbeidsrelaties, namelijk mensen met een flexibel arbeidscontract (zoals uitzend- en invalkrachten) en zzp’ers. Volgens het CBS waren er in het derde kwartaal van 2020 in Nederland 1.674.000 mensen met een flexibel arbeidscontract en 1.158.000 zzp’ers. Bij elkaar opgeteld zijn dat ongeveer drie miljoen flexwerkers, wat uitkomt op 32% van de beroepsbevolking. Eén op de drie werkenden in Nederland is dus een flexwerker.

Het klopt dat veel flexwerkers een onzeker arbeidscontract hebben. Het CBS stelt aan de hand van cijfers uit 2019 dat ruim 70% van de flexwerkers een dusdanig onzeker contract heeft, dat ze een hoog risico lopen om hun inkomen en baan te verliezen bij een crisis. Het gaat hierbij om werknemers met bijvoorbeeld een tijdelijk- of uitzendcontract. 

Ondanks de onzekere arbeidsomstandigheden, is het echter niet zo dat alle flexwerkers gelijk bijstand nodig hebben als ze tijdelijk geen baan of inkomen hebben. De Algemene Rekenkamer deed onderzoek naar de sociale zekerheid van mensen met flexibele arbeidsverbanden, en publiceerde in december 2020 een rapport. Ze onderzochten hoeveel werkenden in Nederland een ‘sociaal vangnet’ hebben en daarmee een periode zonder inkomen zelf kunnen overbruggen.

Wanneer heeft een werknemer een ‘sociaal vangnet’? De Algemene Rekenkamer bepaalt dit aan de hand van drie aspecten. Allereerst of iemand een vermogen heeft opgebouwd van 1000 euro of meer, waarmee een periode met minder inkomsten kan worden overbrugd. Ten tweede of iemand verzekerd is voor inkomensverlies of aanspraak kan maken op een werkeloosheidsuitkering. Ten derde kijken de onderzoekers naar het inkomen van de partner. Als hij of zij meer verdient dan bijstandsniveau, kan een werknemer hier volgens de onderzoekers tijdelijk op terugvallen. De Algemene Rekenkamer stelt dat ze voor het onderzoek een ‘summier vangnet’ hebben gedefinieerd.

In bovenstaande grafiek is te zien dat 20% van de werknemers met een flexibel contract geen eigen vangnet heeft, en dus inkomensverlies niet zelf kan opvangen. Van de zzp’ers heeft 9% geen eigen vangnet, bij de mensen met een vast contract gaat het om 10%. In totaal zijn er in Nederland één miljoen werkenden zonder een eigen vangnet. Deze mensen zijn dus aangewezen op een vangnet vanuit de gemeente, zoals een bijstandsuitkering. De onderzoekers gebruikten gegevens uit 2017, waardoor het aantal flexwerkers iets verschilt met het eerdergenoemde aantal van 2020.

De Algemene Rekenkamer concludeert dat het aantal mensen zonder eigen vangnet onder flexwerkers relatief erg hoog is: één op de vijf mensen met een flexibel contract mist een eigen sociale buffer. Het aantal werknemers met een vaste baan zonder eigen vangnet is weliswaar iets hoger, maar maakt maar 10 procent van het totaal van de groep uit. Ook onder zelfstandigen is het aandeel zonder eigen vangnet lager dan onder de groep werkenden met een flexibel contract. Dit komt volgens de onderzoekers doordat zzp’ers vaker een partner met inkomen hebben, of vermogen waarop ze kunnen terugvallen. 

Een woordvoerder van de PvdA zegt in een korte reactie bij de eigen feiten te blijven en verder niet op het artikel in te willen gaan.

Conclusie
Flexwerkers in Nederland zijn inderdaad kwetsbaar tijdens een crisis, zoals de partij stelt in het verkiezingsprogramma. Toch zijn er in Nederland niet drie miljoen werkenden met nauwelijks een vangnet, maar ongeveer één miljoen. Hieronder vallen niet alleen mensen met een flexibel arbeidsverband, maar ook mensen met een vaste baan. Deze groep kan niet zelf een periode van inkomensverlies overbruggen, en is dus aangewezen op vangnetten vanuit de gemeente.

Op de hoogte blijven van alle factchecks van Nieuwscheckers? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief. Daarin houden we je ook op de hoogte van nieuws en onderzoek over desinformatie en factchecking.

21 januari 2021 |
Egbert Ulijn
Masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021)